Bespeak Profiel: Gerard Veenhof, functioneel ontwerper
Terug

Bespeak Profiel: Gerard Veenhof, functioneel ontwerper

Gerard Veenhof is functioneel ontwerper bij Bespeak. Waar houdt Gerard zich als functioneel ontwerper mee bezig en wat betekent zijn werk voor onze klanten? We gingen met hem in gesprek.

 Wat doe je als functioneel ontwerper?

Wat doe je als functioneel ontwerper?

Als functioneel ontwerper bepaal ik samen met onderwijskundig ontwerpers en projectleiders hoe we de techniek en vormgeving van een project opzetten voor de klant. Wat ik het meeste doe is het coördineren en regelen van techniek met de klant en met externe leveranciers voor ons Learning Experience Platform, Witty.

Daarnaast ben ik betrokken bij exploitatieprojecten. Ik heb veel klanten onder mijn hoede voor wie we twee of drie jaar geleden een platform hebben opgeleverd. Voor zulke klanten ontwikkelen we het platform vaak door met nieuwe werkvormen en functionaliteiten. Het ontwerpgedeelte zit ‘m in dat ik voor projecten een functioneel ontwerp schrijf.

Wat vind je de grootste uitdaging in je werk?

Wat ik de grootste uitdaging vind, is om iedereen op één lijn te krijgen en als het ware dezelfde taal te laten spreken. Ik krijg met veel verschillende mensen te maken: klanten, projectleiders, programmeurs. Klanten communiceren anders met je dan projectleiders of programmeurs. Het uitdagendste is daarom het zo helder mogelijk neerzetten van een vraag en op die manier zoveel mogelijk ruis wegnemen.

In de acht jaar dat ik dit werk doe, heb ik geleerd om zoveel mogelijk vanuit één document te werken: het functioneel ontwerp. Dat ontwerp kan zowel door een klant als een programmeur worden gelezen. Ik ben dan ook veel bezig met het omschrijven van functionaliteit. “Als ik A doe, dan gebeurt B.” Met techniek is dat een uitdaging, want het kan heel complex zijn. We hebben bijvoorbeeld een toets-omgeving met veel koppelingen en functies ‘onder de motorkap’. Wanneer zich dan een probleem voordoet, is niet het oplossen maar het uitleggen de grootste uitdaging.

Wat vind je het leukste aan je werk?

Het leukste vind ik als een klant open staat voor een nieuw concept of als we nieuw maatwerk of functionaliteiten kunnen verzinnen en met leveranciers werken die dat echt verder kunnen brengen. Je kunt techniek heel ingewikkeld maken, met heel veel ins en outs, maar ik ben wel van de filosofie om het simpel te houden. Wat je op je scherm ziet, is wat je met een omgeving moet kunnen doen: net zo simpel als een kaartjesautomaat van de NS. Het moet echt voor zichzelf spreken.

Het meest trots ben ik op de omgevingen die we hebben neergezet voor Beauty Level en Hair Level. Het design en de assets die we daar gebruiken, zoals de fotografie, hebben we heel goed neergezet, vind ik. Het zijn grote platforms met duizenden gebruikers waarvan we de interface toch intuïtief en dicht bij de doelgroep – in dit geval schoonheidsspecialisten en kappers in opleiding – hebben weten te houden.

Hoe zie je de toekomst van e-learnings voor je?

Hoe zie je de toekomst van e-learnings voor je?

Waar ik in geloof is het hebben van eigen voorbeelden of experts. Wat je tegenwoordig ziet is dat veel jonge mensen naar streamers of vloggers kijken die zaken uitleggen of presenteren. Waarom zou dat ook niet kunnen voor e-learning? YouTube is daar nog altijd heel goed in: het platform brengt je dicht bij je eigen interesses, het raadt je altijd nieuwe content aan en er zijn genoeg experts te vinden.

Daarnaast zie je veel nieuwe technieken, zoals augmented reality (AR) en virtual reality (VR). Dat soort technieken worden nu in specifieke situaties toegepast, zoals in ziekenhuizen of in de auto-industrie. Ik denk dat daar ook veel toepassingen voor te bedenken zijn bij e-learning. Maar waar ik de meeste kansen zie, zijn het snel en gemakkelijk kunnen opvragen van informatie en toegankelijkheid verbeteren.